Biodiversiteit in de kasomgeving: grote en kleine stapjes

Biodiversiteit is een complex en samenhangend geheel dat zelfs met kleine ingrepen de goede kant op kan bewegen. Dat bleek uit de presentatie van student Luc Recourt over biodiversiteit. In opdracht van Stichting Innovatie Glastuinbouw (SIGN) doet hij onderzoek naar het verbeteren van biodiversiteit in glastuinbouwgebieden.

Recourt studeert Toegepaste biologie aan Aeres in Ede. Hij loopt sinds enkele maanden stage bij SIGN. De mbo-student inventariseert tijdens zijn stage beschikbare monitoringsprotocollen, hoe het gesteld is met de biodiversiteit in glastuinbouwgebieden en hoe die biodiversiteit gestimuleerd kan worden.

Luc Recourt presenteert zijn bevindingen in het SIGN Living Lab

Daarvoor deed hij onder meer literatuuronderzoek en ging hij – gewapend met (schep)netten en een zeef – metingen op een aantal locaties in het Oostland. “Er is veel Engels raaigras in glastuinbouwgebieden. Dat ziet er groen uit, maar op mijn opleiding noemen we dat ‘een groene woestijn’. Op Engels raaigras krijgen andere gewassen bijna geen kans.”

 

Generalistische en specialistische insecten

Bij het beoordelen van de metingen keek Recourt onder meer naar de gevolgen van het beheer op het voorkomen van insecten en vissen. Extensief beheer (maximaal twee keer per jaar maaien) lijkt beter dan een intensief beheer. Maar, zo bleek uit de presentatie van Recourt: biodiversiteit is een complex, samenhangend systeem. Sommige weidevogels zijn juist gebaat bij kort gras. Als het gras lang blijft, dan profiteren sommige insecten daar dus van, en andere juist niet. “De eerste stap naar de ontwikkeling van biodiversiteit is het leren kennen van de omgeving. De ene situatie is namelijk anders dan de andere. Daarom is monitoring ook zo belangrijk.”

Eentonig raaigras en eutrofiering funest voor biodiversiteitsontwikkeling

De gevolgen van ingrepen zoals maaien en het dreggen van sloten zijn divers, en verschillen per situatie. In sommige slootkanten leven zeer veel generalistische insecten van een beperkt aantal soorten. Die kunnen overleven in verschillende omstandigheden en hebben dus nauwelijks last van een hoop afval uit de sloot. Specialistische insecten zijn gevoeliger voor bijvoorbeeld een overschot aan organisch materiaal, en vertrekken.

Uit Recourts onderzoek bevestigt dat een gevarieerde, kruidenrijke vegetatie zowel generalistische als specialistische insecten en hun predatoren huisvest en zo zorgt voor een rijkere biodiversiteit. Een toename van specialistische insecten leidt ook tot een toename van predatoren.

 

Knelpunten

De vraag is hoe de tuinbouw biodiversiteit op een effectieve manier kan verbeteren. Dus: wat is nodig om ervoor te zorgen dat de biodiversiteit verbetert, en hoe kan dat georganiseerd worden? Daarvoor had Recourt een aantal partijen uitgenodigd: van overheden tot ondernemers. Samen inventariseerden ze knelpunten, zoals het bewustzijn bij ondernemers, mogelijke kosten voor het verbeteren van biodiversiteit en het verwaarden van de meerwaarde van biodiversiteit (zo kan een betere biodiversiteit leiden tot een gezonder kasklimaat en het imago van de glastuinbouw stimuleren). In zijn afrondende stagerapport, dat binnenkort verschijnt, zal Recourt hierover een aantal aanbevelingen doen.

gepubliceerd: 2025-01-13 | tagged: news nieuws

Waard&vol Groen

Dewi HartkampDewi Hartkamp
Programmamanager
+31 (0)6 53 13 19 44
Email Dewi Hartkamp
Dewi Hartkamp op Twitter

Logo Glastuinbouw Nederland Stichting Innovatie Glastuinbouw (SIGN) is een initiatief van Glastuinbouw Nederland.
SIGN werkt voor de uitvoering van haar innovatie- programma samen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

VacatureVacature
Gedetacheerd
vanuit min. LNV

Email Dewi Hartkamp